LibreOffice 25.2 Help
LibreLogo is een eenvoudige, gelokaliseerde, Logo-achtige programmeeromgeving met turtle vector graphics om computergebruik te leren (programmeren en tekstverwerking), DTP en grafisch ontwerp. Zie http://www.numbertext.org/logo/librelogo.pdf.
De LibreLogo werkbalk () bevat 'turtle' bewegingen, mogelijkheid om het programma uit te voeren en te stoppen, alsook de mogelijkheid om terug te keren naar het startscherm en scherm leegmaken, een syntaxis markering/vertaling van pictogrammen en een invoegbalk (opdrachtregel).
Dit zijn equivalenten van de Logo-opdrachten "VOORUIT 10", "TERUG 10", "LINKS 15", "RECHTS 15". Door te klikken op een van de pictogrammen zal de 'turtle-vorm' zich ook richten en de pagina naar zijn positie scrollen.
Klik op het pictogram "uitvoeren" om de tekst (of alleen de geselecteerde) van het Writer-document als een LibreLogo programma uit te voeren. In een leeg document zal een voorbeeld-programma worden ingevoegd en uitgevoerd.
Klik op het pictogram "Stop" om het programma te stoppen.
Klik op het pictogram "Home" om de positie en de instellingen van de turtle te herstellen.
Klik op het pictogram "Scherm wissen" om de tekenobjecten uit het document te verwijderen.
Het “toverstaf”-pictogram stelt de indeling van 2 pagina's in voor het bewerken van programma's, breidt de afgekorte, kleine logo-opdrachten in het Writer-document uit en converteert deze naar hoofdletters. Wijzig de taal van het document () en klik op dit pictogram om het logoprogramma naar de geselecteerde taal te vertalen.
Druk op Enter in de opdrachtregel om de inhoud uit te voeren. Om het programma te stoppen gebruikt u het pictogram "Stop".
Houd de toets ENTER ingedrukt om de opdrachtregel te herhalen, bijvoorbeeld met de volgende reeks opdrachten:
VOORUIT 200 LINKS 89
Om de opdrachtregel opnieuw in te stellen, klik er driemaal op of druk op CommandoCtrl +A om de vorige opdrachten te selecteren en typ de nieuwe opdrachten.
De schildpadvorm van LibreLogo is een normaal tekenobject met een vast formaat. U kunt het ook op de standaardmanier positioneren en draaien met behulp van de muis en het pictogram Draaien op de werkbalk Tekenobjecteigenschappen. Wijzig de instellingen voor de lijndikte, lijnkleur en vlakkleur van de schildpadvorm om de kenmerken PENSIZE, PENCOLOR en FILLCOLOR van LibreLogo in te stellen.
LibreLogo tekeningen en programma's maken gebruik van hetzelfde Writer-document. Het LibreLogo stramien is op de eerste pagina van het Writer-document. U kunt een pagina-einde invoegen voor de LibreLogo programma's en de zoom/tekengrootte instellen voor een comfortabele twee pagina-indeling voor LibreLogo programmering: links (eerste) pagina is het stramien, rechts (tweede) pagina is voor de LibreLogo programma bewerking.
LibreLogo is een inheemse, gemakkelijk op taalinstellingen aanpasbaar, Logo-achtige programmeertaal. Het is terug-compatibel met de oudere Logo systemen, zoals bijvoorbeeld de eenvoudige Logo-programma's die werden gebruikt in het onderwijs.
VOOR driehoek:size
HERHAAL 3 [
VOORUIT:afmeting
LINKS 120
]
EINDE
driehoek 10 driehoek 100 driehoek 200
Lijstleden zijn door komma's gescheiden: POSITIE [0, 0]
Programma blokken en lijsten zijn verschillend
Programmablokken hebben een spatie of een nieuwe regel nodig bij tussen haakjes zetten: HERHAAL 10 [ VOORUIT 10 LINKS 36 ]
Lijsten moeten aangesloten teksthaken hebben: POSITIE [0, 0], en niet POSITIE [0, 0 ]
1-regel functie-verklaringen worden niet ondersteund (TOT en EINDE moeten op een nieuwe regel).
De dubbele punt is optioneel voor de namen van variabelen.
Voor driehoek formaat
HERHAAL 3 [ VOORWAARTS formaat LINKS 120 ]
EINDE
String notatie ondersteunt ook orthografische en Python syntaxis.
AFDRUKKEN "woord ; originele Logo syntaxis
AFDRUKKEN “Willekeurige tekst.” ; orthografie, Writer
AFDRUKKEN 'Willekeurige tekst.' ; Python syntaxis
Python lijst en tekenreeks behandeling
AFDRUKKEN “tekst”[2] ; afdrukken “e”
AFDRUKKEN “tekst”[1:3] ; afdrukken “ek”
Python-achtige VOOR lus
Python-achtige variabele verklaring:
x = 15
AFDRUKKEN x
Er zijn geen extra opvraag functies:
AFDRUKKEN OPVULKLEUR
p = POSITIE
AFDRUKKEN p
HERHAAL 10 [ POSITIE ELKE POSITIE p ]
Alternatieve teksthaken in functie-oproepen
TO star maat kleur
FILLCOLOR color
REPEAT 5 [ LEFT 72 FORWARD size RIGHT 144 FORWARD size ]
FILL
END
star 100 "red"
star(100, "green")
star(100, "blue")
Opdrachten, kleur constanten zijn niet hoofdlettergevoelig:
AFDRUKKEN “Hallo, Wereld!”
afdrukken “Hallo, Wereld, opnieuw!”
Namen van variabelen zijn hoofdlettergevoelig.
a = 5
A = 7
AFDRUKKEN a
AFDRUKKEN A
Regels van een LibreLogo-programma zijn alinea's in het Writer-document. Een programmaregel kan meerdere opdrachten bevatten:
AFDRUKKEN “Hallo, Wereld!” AFDRUKKEN “LibreLogo”
Regels of delen van regels zijn opmerkingen vanaf een puntkomma tot het einde van de regel (alinea):
; enkele opmerkingen
AFDRUKKEN 5 * 5 ; enkele opmerkingen
Het is mogelijk om een programma regel in meer alinea's af te breken door het tilde-teken aan het einde van de regel te plaatsen:
AFDRUKKEN “Dit is een erg lang ” + ~
“waarschuwingsbericht”
VOORUIT 10 ; ga vooruit 10pt (1pt = 1/72 inch)
VOORUIT 10pt ; als boven
VOORUIT 0.5in ; ga vooruit 0.5 inch (1 inch = 2.54 cm)
VOORUIT 1" ; als boven
FD 1mm
FD 1cm
ACHTERUIT 10; ga achteruit 10pt
LINKS 90, draai 90 graden tegen de klok in
LINKS 90°, als hierboven
LT 3h, als hierboven (klok positie)
LT elke, draai naar een willekeurige positie
RECHTS 90; draai 90 graden met de klok mee
PENOMHOOG; turtle zal bewegen zonder te tekenen
PENOMLAAG ; ´turtle´ zal bewegen en tekenen
POSITIE [0, 0], draai en verplaats naar de linker bovenhoek
POSITIE PAGINAGROOTTE; draai en verplaats naar de rechter benedenhoek
POSITIE [PAGINAGROOTTE[0], 0]; draai en verplaats naar de rechter bovenhoek
POSITIE ELKE ; draai en verplaats naar een willekeurige positie
RICHTING 0; draai naar het noorden
RICHTING 12h; zie boven
RICHTING [0,0]; draai naar de linkerboven hoek
RICHTING EENDER; draai in een eendere richting
VERBERG; verberg (tot de toon opdracht)
TOON; toon
THUIS; Terugzetten van de turtle naar de oorspronkelijke positie
SCHERMLEEGMAKEN; verwijder tekenobjecten uit het document
VULLEN; sluiten en invullen van de actuele lijnvorm of punten
SLUITEN; sluit de actuele lijnvorm of verbindt de aanwezige punten
Voorbeeld: vullen van een gelijkbenige driehoek:
VOORUIT 50 LINKS 120 VOORUIT 50 VULLEN
Voorbeeld: tekenen van een gelijkbenige driehoek:
VOORUIT 50 LINKS 120 VOORUIT 50 SLUITEN
PENSIZE 100 ; lijndikte is 100 punten
PENSIZE ANY ; equivalent van PENSIZE RANDOM 10
PENKLEUR “rood” ; Stel de penkleur in op rood (d.m.v. kleurnaam, kijk bij kleurconstanten)
PENKLEUR [255, 255, 0] ; stel de penkleur in op geel (RGB lijst)
PENKLEUR 0xffff00 ; stel kleur geel in (hexa code)
PENKLEUR 0 ; stel zwart in (0x000000)
PENKLEUR ELKE ; willekeurige kleur
PENKLEUR [5] ; stel rood in (d.m.v. kleur-identificatie, kijk bij kleurconstanten)
PENKLEUR “onzichtbaar” ; onzichtbare penkleur voor vormen zonder zichtbare omlijning
PENKLEUR “~rood” ; stel een willekeurige kleur rood in
PENTRANSPARANTIE 80 ; stelt de transparantie van de actuele penkleur in op 80%
PENEINDE “geen” ; zonder extra lijneinde (standaard)
PENEINDE “rond” ; afgeronde lijneinde
PENEINDE “vierkant” ; vierkante lijneinde
PENVERBINDING “afgerond” ; afgeronde lijnverbinding (standaard)
PENVERBINDING “snijdend” ; scherpe lijnverbinding
PENVERBINDING “afschuinen” ; afgeschuinde lijnverbinding
PENVERBINDING “geen” ; zonder lijnverbinding
PENSTIJL “ononderbroken” ; ononderbroken lijn (standaard)
PENSTIJL “gestippeld” ; stippellijn
PENSTIJL “gestreept” ; streepjeslijn
; gebruikergedefinieerde streep-stiplijn gespecificeerd door de volgende lijst van argumenten:
; – aantal aansluitende stippen
; – lengte van een stip
; – aantal aansluitende streepjes
; – lengte van een streepje
; – afstand tussen stipjes/streepjes
; – type (optioneel):
; 0 = stipjes zijn rechthoekjes (standaard)
; 2 = stipjes zijn vierkantjes (lengtes en afstanden zijn gerelateerd aan de pengrootte)
PENSTIJL [3, 1mm, 2, 4mm, 2mm, 2] ; ...––...––...––
OPVULKLEUR "blauw"; vult met de kleur blauw, zie ook PENKLEUR
OPVULKLEUR "onzichtbaar" CIRKEL 10; niet gevulde cirkel
OPVULKLEUR ["blauw", "rood"]; kleurovergang tussen rood en blauw
OPVULKLEUR [[255, 255, 255], [255, 128, 0]] ; tussen wit en oranje
OPVULKLEUR ["blauw", "rood",1, 0, 0]; stel de hoek van de kleurovergang in (met de gewenste draaiing en randen), mogelijke waarden zijn: 0-5 = lineair, axiaal, elliptisch, vierkant en rechthoekig
OPVULKLEUR [“rood”, “blauw”, 0, 90, 20] ; lineair met 20% rand, 90 graden gedraaid ten opzichte van de huidige richting van de schildpad
OPVULKLEUR [“rood”, 'blauw”, 0, 90, 20, 0, 0, 200, 50] ; van 200% tot 50% intensiteit
OPVULKLEUR [ELKE, ELKE, 2, 0, 0, 50, 50] ; radiale kleurovergang met random kleuren en 50-50% horizontale en verticale posities vanaf het centrum
OPVULTRANSPARANTIE 80 ; stel de transparantie van de actuele opvulkleur in op 80%
OPVULTRANSPARANTIE [80] ; stel de lineaire transparantie van de kleurovergang in van 80% naar 0%
OPVULTRANSPARANTIE [80, 20] ; stel de lineaire transparantie van de kleurovergang in van 80% naar 20%
OPVULTRANSPARANTIE [80, 20, 1, 90] ; stel de axiale transparantie van de kleurovergang in, met 90 graden gedraaid ten opzichte van de actuele richting van de schildpad
OPVULTRANSPARANTIE [80, 20, 2, 0, 20, 50, 50] ; stel radiale transparantie van de kleurovergang in vanaf de buitenste 80% tot binnenste 20% transparantie met 20% rand en met 50-50% horizontale en verticale posities uit het centrum
VULLING 0; vullen zonder arcering (standaard)
VULLING 1; zwarte enkele arcering (horizontaal)
VULLING 2; zwarte enkele arcering (45 graden)
VULLING 3; zwarte enkele arcering (-45 graden )
VULLING 4; zwarte enkele arcering (verticaal)
VULLING 5; rode gekruiste arcering (45 graden)
VULLING 6; rode gekruiste arcering (0 graden)
VULLING 7; blauwe gekruiste arcering (45 graden)
VULLING 8; blauwe gekruiste arcering (0 graden)
VULLING 9; blauwe driedubbele arcering
VULLING 10; zwarte brede enkele arcering (45 graden)
<br />; gebruikergedefinieerde arcering gespecificeerd door een lijst met de volgende argumenten:
; - stijl (1 = enkele, 2 = dubbele, 3 = driedubbele, arcering )
; - kleur
; - afstand
; - mate
VULLING [2, "groen", 3pt, 15 °]; groene gekruiste arcering (15 graden)
CIRKEL 100 ; teken een cirkelvorm (diameter = 100pt)
ELLIPS [50, 100] ; teken een ellips met de diameters 50 en 100
ELLIPS [50, 100, 2h, 12h] ; teken een elliptische sector (van klokpositie 2 uur tot 12 uur)
ELLIPS [50, 100, 2h, 12h, 2] ; teken een elliptisch segment
ELLIPS [50, 100, 2h, 12h, 3] ; teken een elliptische boog
VIERKANT 100 ; teken een vierkantsvorm (grootte= 100pt)
RECHTHOEK [50, 100] ; teken een rechthoekige vorm (50×100pt)
RECHTHOEK [50, 100, 10] ; teken een rechthoek met afgeronde hoeken
PUNT; teken een punt met de afmeting en kleur van de pen
SLUITEN kan de laatste punten verbinden, VULLEN kan de vorm sluiten die door punten is gedefinieerd. Bijvoorbeeld: het is eenvoudig om een "platte" ster te tekenen door vanuit het midden daarvan te beginnen:
PENOMHOOG
HERHAAL 5 [
VOORUIT 80
PUNT
TERUG 80
RECHTS 36
VOORUIT 50
PUNT
TERUG 50
RECHTS 120
] VULLEN
LABEL "tekst"; afdrukken van tekst in de 'turtle-positie'
LABEL 'tekst', als hierboven
LABEL "tekst, als hierboven (alleen voor afzonderlijke woorden)
CIRKEL 10 TEKST "tekst"; stelt de tekst van het tekenobject in
LETTERKLEUR “groen” ; stel de letterkleur in
TEKSTFAMILIE “Linux Libertine G” ; stel lettertype (familie) in
TEKSTFAMILIE “Linux Libertine G:smcp=1” ; stel ook het tekstkenmerk (kleine letters) in
TEKSTFAMILIE “Linux Libertine G:smcp=1&onum=1” ; kleine letters + oude afbeeldingen
TEKENGROOTTE 12 ; stel in 12pt
LETTERDIKTE “vet” ; stel letteropmaak vet in
LETTERDIKTE “normaal” ; stel letteropmaak normaal in
TEKSTSTIJL “cursief” ; instellen cursief
TEKSTSTIJL “normaal” ; instellen normaal
AFBEELDING is voor
vormgroep;
nieuwe regelvormen starten;
SVG afbeeldingen en SVG/SMIL animaties opslaan;
de consistentie van posities en lijnvormen aan de linker rand behouden.
; AFBEELDING [ LibreLogo_opdrachten]
AFBEELDING [ VOORWAARTS 100 CIRKEL 100 ] ; boom-achtig gegroepeerde vorm
Zie ook “Groeperen” in LibreOffice Writer Help.
VOOR boom locatie
PENOMHOOG POSITIE locatie KOP 0 PENOMLAAG
AFBEELDING[ VOORUIT 100 CIRKEL 100 ] ; boom-achtige gegroepeerde vorm
EINDE
AFBEELDING [ boom [230, 400] boom [300, 400] ] ; gegroepeerde vormen in een gegroepeerde vorm
AFBEELDING ; maak een nieuwe lijnvorm
VOORUIT 10 AFBEELDING VOORUIT 10 ; twee lijnvormen
AFBEELDING “voorbeeld.svg” [ CIRCLE 5 ] ; sla de afbeelding op als een SVG image bestand op in de gebruikersfolder
AFBEELDING “bureaublad/voorbeeld.svg” [ VOORUIT 100 CIRKEL 5 ] ; zoals hierboven, met een relatief pad
AFBEELDING “/home/user/voorbeeld.svg” [ CIRKEL 5 ] ; absoluut pad voor Unix/Linux
AFBEELDING “C:\voorbeeld.svg” [ CIRCLE 5 ] ; absoluut pad voor Windows
AFBEELDING “animatie.svg” [ CIRKEL 5 SLAAP 1000 CIRKEL 99 ] ; sla op als een SVG/SMIL animatie (zie ook SLAAP)
AFBEELDING “animatie2.svg” [ CIRKEL 5 SLAAP 1000 CIRKEL 99 SLAAP 2000 ] ; zoals hierboven, maar door gebruik van SLAAP na het laatste object zal in een lus resulteren: na 2 seconden herstart de SVG animatie in SMIL compatibele bladeraars
Gebruik AFBEELDING om de consistentie van posities en lijnvormen op de linker rand van Writer te behouden:
AFBEELDING [ CIRKEL 20 POSITIE [-100, 100] CIRKEL 20 ]
; HERHAAL aantal [ opdrachten]
HERHAAL 10 [ VOORUIT 10 LINKS 45 CIRKEL 10 ] ; herhaal 10 keer
; aantal is optioneel
HERHAAL [ POSITIE ELKE] ; eindloze looping
Looping variabele (ook in de VOOR en ZOLANG loopings).
HERHAAL 100 [ VOORWAARTS KEERHERHAAL LINKS 90 ]
Lus voor de lijstelementen:
ZOLANG i IN [1, 5, 7, 9, 11] [
VOORUIT i
LINKS 90
]
Looping voor de karakters van een tekenreeks:
ZOLANG i IN “tekst” [
LABEL i
VOORUIT 10
]
ZOLANG WAAR [ POSITIE ELKE ] ; eindeloze lus
ZOLANG KEERHERHAAL <= 10 [ VOORUIT 50 LINKS 36 ] ; as HERHAAL 10 [ ... ]
Stop de lus
HERHAAL [ ; eindeloze lus
POSITIE ELKE
ALS KEERHERHAAL = 100 [ AFBREKEN] ; equivalent van HERHAAL 100 [ ... ]
]
Spring in de volgende iteratie van de lus.
REPEAT 100 [
POSITION ANY
IF REPCOUNT % 2 = 0 [ CONTINUE ]
CIRCLE 10 ; teken cirkels op elke 2de positie
]
; ALS voorwaarde [ waar blok ]
; ALS voorwaarde [ waar blok ] [ onwaar blok ]
ALS a < 10 [ AFDRUKKEN “Klein” ]
ALS a < 10 [ AFDRUKKEN “Klein” ] [ AFDRUKKEN “Groot” ]
Logische operatoren
ALS a < 10 EN NIET a = 5 [ DRUK AF “0, 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8 of 9” ]
ALS a < 10 EN a != 5 [ DRUK AF “0, 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8 of 9” ] ; zoals hierboven
Nieuwe woorden (of procedure).
NAAR driehoek
HERHAAL 2[ VOORWAARTS 100 RECHTS 120 ] INVULLEN
EINDE
HERHAAL 10 [ driehoek PENOMHOOG POSITIE ELKE PENOMLAAG ]
Resultaatwaarde van de functie.
OM willekeurigteken
UITVOER WILLEKEURIG "qwertzuiopasdfghjklyxcvbnm"
EINDE
AFDRUKKEN willekeurigteken+ willekeurigteken+ willekeurigteken; afdrukken 3-tekens willekeurige tekenreeks
Keer terug uit de procedure.
TOT voorbeeld nummer
ALS getal < 0 [STOP]
AFDRUKKEN SQRT nummer; afdrukken vierkantswortel
]
bijvoorbeeld 100
bijvoorbeeld -1 ; zonder uitvoer en fout
voorbeeld 25
Standaard willekeurige waarde van kleuren e.d.
PENKLEUR ELKE; willekeurige penkleur
Logische waarde.
ZOLANG WAAR [ POSITION ANY ] ; eindloze looping
AFDRUKKEN WAAR ; druk af waar
Logische waarde.
ZOLANG NIET ONWAAR [ POSITIE ELKE ] ; eindloze lus
AFDRUKKEN ONWAAR ; afdrukken onwaar
AFDRUKKEN PAGINAGROOTTE ; afdrukken lijst van paginagroottes in punten, zoals [595.30, 841.89]
AFDRUKKEN PI ; afdrukken 3.14159265359
AFDRUKKEN “tekst” ; afdrukken “tekst” in een dialoogvenster
AFDRUKKEN 5 + 10 ; afdrukken 15
AFDRUKKEN INVOER “Invoerwaarde?” ; vraag en druk een tekenreeks in elk opvraagdialoogvenster af
AFDRUKKEN FLOAT (INVOER “Eerste nummer?”) + FLOAT (INVOER “Tweede nummer?”) ; simpele rekenmachine
SLAAP 1000: wacht 1000 ms (1 sec)
Stel de globale variabelen die in procedures worden gebruikt in.
GLOBAAL over
over= “LibreLogo”
TOT voorbeeld
AFDRUKKEN over
GLOBAAL over; wanneer we een nieuwe waarde willen toevoegen
over= “nieuwe waarde voor de globale variabele”
EINDE
voorbeeld
AFDRUKKEN over
WILLEKEURIG AFDRUKKEN 100 ; willekeurig drijvendekommagetal (0 <= x < 100)
WILLEKEURIG AFDRUKKEN “tekst” ; willekeurige letter uit de “tekst”
WILLEKEURIG AFDRUKKEN [1, 2] ; willekeurig lijstelement (1 of 2)
AFDRUKKEN INT 3,8 ; afdrukken 3 (integer deel van 3,8)
AFDRUKKEN INT WILLEKEURIG 100 ; willekeurig integer getal (0 <= x < 100)
AFDRUKKEN INT “7” ; converteert de tekenreeks-parameter naar een heel getal
; converteert de tekenreeksparameter naar een drijvendekommagetal
AFDRUKKEN 2 * FLOAT “5,5” ; afdrukken 11,0
; converteert de parameter aantal naar een tekenreeks
AFDRUKKEN “Resultaat: ” + STR 5 ; afdrukken “Resultaat: 5”
AFDRUKKEN 10 * STR 5 ; afdrukken 5555555555
AFDRUKKEN SQRT 100 ; afdrukken 10, vierkantswortel van 100
AFDRUKKEN SIN 90 * PI/180 ; afdrukken 1.0 (sinus van 90° in radialen)
AFDRUKKEN COS 0 * PI/180 ; afdrukken 1.0 (cosinus van 0° in radialen)
AFDRUKKEN LOG10 100 ; print 2.0 (gewoon logaritme van 100)
AFDRUKKEN RONDAF 3.8 ; afdrukken 4 (afronding 3.8)
AFDRUKKEN RONDAF WILLEKEURIG 100 ; willekeurig geheel nummer (0 <= x <= 100)
AFDRUKKEN ABS -10 ; afdrukken 10, absolute waarde van -10
AFDRUKKEN AANTAL “tekst” ; afdrukken 4, karakteraantal van “tekst”
AFDRUKKEN AANTAL [1, 2, 3] ; afdrukken 3, grootte van de lijst
; Converteert de lijst naar een Python-set
AFDRUKKEN SET [4, 5, 6, 6] ; afdrukken{4, 5, 6}
AFDRUKKEN SET [4, 5, 6, 6] | SET [4, 1, 9] ; afdrukken {1, 4, 5, 6, 9}, vereniging
AFDRUKKEN SET [4, 5, 6, 6] & SET[4, 1, 9] ; afdrukken {4}, doorsnede
AFDRUKKEN SET ([4, 5, 6, 6]) - SET [4, 1, 9] ; afdrukken {5, 6}, verschil
AFDRUKKEN SET [4, 5, 6, 6] ^ SET [4, 1, 9] ; afdrukken {1, 5, 6, 9}, symmetrisch verschil
; Python-achtige lijstgeneratie
AFDRUKBEREIK 10 ; afdrukken [0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9]
UITVOERLIJST BEREIK 3 10 ; afdrukken [3, 4, 5, 6, 7, 8, 9]
UITVOERLIJST BEREIK 3 10 3 ; afdrukken[3, 6, 9]
VOOR i IN BEREIK 10 50 10 [ ; lus voor [10, 20, 30, 40]
VOORUIT i
LINKS 90
]
; verwijder de herhalende elementen uit een lijst gebruikmakend van instellingen en lijstconversies
AFDRUKKEN LIJST (STEL IN [1, 3, 5, 5, 2, 1]) ; afdrukken [1, 3, 5, 2]
Conversie naar Python tuple (niet-wijzigbare lijst)
AFDRUKKEN TUPEL [4, 5]
Het resultaat is een gesorteerde lijst.
AFDRUKKEN GESORTEERD [5, 1, 3, 4] ; afdrukken [1, 3, 4, 5]
Vervang tekenreeksen met regex (reguliere expressie) patronen.
AFDRUKKEN SUB (“t”, “T”, “tekst”) ; afdrukken “Tekst”, vervangt “t” door “T”
AFDRUKKEN SUB (“(.)”, “\\1\\1”, “tekst”) ; afdrukken “tteekksstt”, verdubbelt alle tekens
Zoek tekenreeks-patronen met behulp van regex patronen.
ALS ZOEKEN (“\w”, woord) [ AFDRUKKEN“Letter in het woord.” ]
Zoek alle tekenreeksen in de invoertekenreeks die gelijk zijn aan het gegeven regex-patroon.
AFDRUKKEN ZOEKALLE(“\w+”, “Honden, katten.”) ; afdrukken [“Honden”, “katten”], de lijst van de woorden.
AFDRUKKEN MIN [1, 2, 3] ; afdrukken 1, het laagste element van de lijst
AFDRUKKEN MAX [1, 2, 3] Afdrukken 3, het grootste element van de lijst
PENKLEUR “ZILVER” ; stelt in op naam
PENKLEUR [1] ; stelt in op aanwijzingen
PENKLEUR “~ZILVER” ; willekeurige kleur zilver
| Aanwijzing | Naam | 
|---|---|
| 0 | ZWART | 
| 1 | ZILVER | 
| 2 | GRIJS | 
| 3 | WIT | 
| 4 | KASTANJEBRUIN | 
| 5 | ROOD | 
| 6 | PAARS | 
| 7 | FUCHSIA/MAGENTA | 
| 8 | GROEN | 
| 9 | LIMOEN | 
| 10 | OLIJFGROEN | 
| 11 | GEEL | 
| 12 | MARINEBLAUW | 
| 13 | BLAUW | 
| 14 | GROENBLAUW | 
| 15 | WATER/CYAAN | 
| 16 | ROOS/ROZE | 
| 17 | TOMAAT | 
| 18 | ORANJE | 
| 19 | GOUD | 
| 20 | VIOLET | 
| 21 | HEMELSBLAUW | 
| 22 | CHOCOLADEBRUIN | 
| 23 | BRUIN | 
| 24 | ONZICHTBAAR |